Saté Ayam met Pindasaus

sate1

Kipsaté met pindasaus, het staat op de kaart bij zo veel eetcafés dat je bijna zou denken dat het een Nederlands gerecht is. Maar de oorsprong van dit heerlijke maal ligt natuurlijk in Indonesië. Voor dit recept heb je dan ook wel een aantal specerijen nodig, maar dan heb je wel wat! Zelfgemaakte pindasaus is ook echt 100 keer lekkerder dan wat je ook in de supermarkt kan kopen, en helemaal niet moeilijk! De saté kan je het beste de dag van te voren al marineren. Maar als ik daar geen tijd voor heb laat ik het ook wel eens een uurtje marineren, dan is het ook al lekker. Ook is het belangrijk dat je wel echt kippendijen koopt, deze blijven lekker mals als je ze in de oven doet. Borstfilet droogt veel sneller uit. Serveer de saté met rijst en gado gado (recept volgt) of andere Indonesische groenten.

Voor 3-4 personen

Saté
500 gr kippendijfilet
60 ml ketjap manis
20 gr gember, geraspt
2 tenen knoflook, geraspt
1/2 stengel citroengras, fijngehakt
1 tl laos poeder
1 tl gemalen komijn
1 tl gemalen koriander
zout
1 tl suiker
satéstokjes

krupuk en gebakken uitjes als garnering

1. Snijd de kip in blokjes en meng alle ingrediënten (behalve natuurlijk de stokjes) door elkaar. Laat in ieder geval een uur marineren en maximaal een dag. Leg de satéstokjes een uur voordat ze in de oven gaan in water, dit zorgt er voor dat ze niet verbranden.

2. Maak de pindasaus (recept hier onder).

3. Verwarm de oven voor op 220°C. Rijg de saté op de stokjes, ongeveer 3-4 blokjes per stokje. Bak de saté in 10 minuten gaar. Serveer direct met de pindasaus, krupuk en gebakken uitjes.

Pindasaus

1 tl  gemalen komijn
1 tl gemalen koriander
1 tl laos
1 tl gemalen citroengras
3 djuruk purut blaadjes *
3 tenen knoflook, geraspt
15 gr gember, geraspt
300-400 gr pindakaas
1-2 tl suiker
2 el ketjap
zout

1. Doe de komijn, koriander, laos, citroengras, djuruk purut, knoflook en gember in een pan met 500 ml water en breng deze aan de kook. Voeg wanneer het water kookt lepel voor lepel de pindakaas toe. Hoe meer pindakaas je toevoegd, hoe dikker de saus wordt. Ik voeg eigenlijk altijd een andere hoeveelheid pindakaas toe, het ligt verschilt per keer hoe snel hij dikker wordt. Dit heeft te maken met hoe hoog het vuur staat, hoe groot de schepjes pindakaas zijn die je toevoegt en hoe lang je tussen elk schepje wacht.

2. Wanneer de pindakaas de dikte heeft die je wil is het tijd om hem op smaak te brengen. Doe dit met suiker, ketjap en zout. Voeg eerst een beetje van alles toe en proef of er nog meer bij moet. Doe dit tot jij hem goed op smaak vindt.

* Te koop bij de toko, soms onder de naam kafir lime leaves. Wordt ook veel in de Thaise keuken gebruikt, geeft gerechten een citrus smaak, heel lekker!

sate2

Leave a comment